De Nederlandse taal zit vol met regels én uitzonderingen. Dat maakt het soms best lastig om foutloos te schrijven. Of je nu een e-mail, rapport of een handgeschreven kaart schrijft, het is altijd fijn als je tekst zonder taalfouten is. In deze blog deel ik een aantal veelvoorkomende fouten die je kunt voorkomen met een paar handige tips.
Verwarwoorden: jou/jouw, hun/hen en als/dan
Een van de meest voorkomende fouten die ik tegenkom in teksten die ik corrigeer, zijn ‘verwarwoorden’. Dat zijn woorden die we snel door elkaar halen, maar gelukkig kun je ze makkelijk uit elkaar houden als je weet waar je op moet letten.
- Jou vs. jouw: Gebruik ‘jou’ als het een persoonlijk naamwoord is, zoals in “Ik zie jou.” Gebruik ‘jouw’ als het een bezittelijk naamwoord is, bijvoorbeeld “Jouw boek is mooi.”
- Hen vs. hun: ‘Hen’ gebruik je als het een lijdend voorwerp is of na een voorzetsel, bijvoorbeeld: “Ik zie hen” of “Ik ga met hen.” ‘Hun’ gebruik je als het een meewerkend voorwerp is zonder voorzetsel, zoals in: “Ik geef hun het boek.”
- Als vs. dan: Gebruik ‘als’ bij gelijkheid, bijvoorbeeld: “Ik ben groter als jij.” Maar als je een verschil wil aangeven, gebruik je ‘dan’, bijvoorbeeld: “Ik ben groter dan jij.”
Tip: Oefen veel met deze verwarwoorden. Ze kunnen best lastig zijn, maar hoe vaker je ermee oefent, hoe makkelijker je de juiste vorm gaat gebruiken.t.
Werkwoorden: is het -t, -d of -dt
Ik weet nog goed dat ik tijdens mijn opleiding Nederlands een taaltoets moest doen. Daarin werd vooral werkwoordspelling getest. Voor mij was het makkelijk, maar ik zag ook veel medestudenten die moeite hadden met de toets. Wat mij geholpen heeft om het juiste taalgevoel te ontwikkelen, was het veel lezen van boeken.
Tip: Gebruik het ezelsbruggetje ‘t ex-fokschaap om te bepalen of een werkwoord eindigt op -d of -t in de verleden tijd. Haal de stam van het werkwoord af door -en te verwijderen. Dus bijvoorbeeld bij “bonzen” blijft “bonz” over, en de verleden tijd is dan ‘bonsde’.
Lidwoorden: de, het of een
Dit is altijd een lastige: wanneer gebruik je nu ‘de’, ‘het’ of ‘een’? Het lijkt vaak niet logisch, maar het heeft wel te maken met een gevoel voor de taal. Een klassiek voorbeeld: je zegt ‘de tafel’, maar ‘het tafel’ is fout.
Tip: Maak een lijst van woorden die je vaak verkeerd schrijft en leer ze uit je hoofd. Een handig ezelsbruggetje is: woorden die eindigen op -je, zoals ‘meisje’, zijn meestal het-woorden.
Interpunctie: koppelteken of apostrof
Ik kom het vaak tegen in teksten die ik corrigeer: mensen gebruiken te veel of juist te weinig koppeltekens en apostrofs, vooral bij samengestelde woorden en bezittelijke vormen, zoals Annes boek of mijn ex-man. Het is soms lastig om het goed te doen.
Tip: Gebruik een koppelteken bij samengestelde woorden waarin twee klinkers naast elkaar staan of wanneer de leesbaarheid anders in het gedrang komt. Ook bij vaste woorden zoals ex-, anti- en oud- gebruik je een koppelteken. Twijfel je? Zoek het dan even op in het woordenboek. Een apostrof gebruik je bij bezittelijke vormen van woorden die eindigen op een klinker, zoals Diana’s website.
Verkeerd gebruik van Engelse woorden
Tegenwoordig wordt er veel Engels gebruikt in het Nederlands, en soms is het best moeilijk om het juiste Nederlandse woord te vinden. Toch zie ik vaak dat mensen Engelse werkwoorden verkeerd vervoegen. Dat kan problemen geven.
Tip: Behandel Engelse werkwoorden op dezelfde manier als je Nederlandse werkwoorden. Kom je er niet uit, zoek de juiste vervoeging dan op in het woordenboek. Zelf gebruik ik altijd Van Dale Online, daar vind ik alle vervoegingen.
Samenstellingen: los of aan elkaar
Een veelvoorkomende fout die ik maak (en die je misschien ook wel herkent): in het Engels schrijf je veel woorden los, maar in het Nederlands schrijf je ze vaak aan elkaar. Dit kan soms voor verwarring zorgen, vooral als het verschil in betekenis groot is.
Tip: Onthoud dat je in het Nederlands samengestelde woorden zoveel mogelijk aan elkaar schrijft. Twijfel je? Zoek het dan op in een woordenboek. Een spellingscontrole is niet altijd 100% betrouwbaar.
Omdat of doordat
‘Omdat’ en ‘doordat’ worden vaak door elkaar gebruikt, maar ze zijn niet hetzelfde. ‘Omdat’ gebruik je bij een reden, en ‘doordat’ verwijst naar een oorzaak.
Tip: Vervang ‘omdat’ en ‘doordat’ in je zin door ‘de reden is’ of ‘de oorzaak is’. Dit helpt je snel te ontdekken welk woord je moet gebruiken.
Het correct schrijven in het Nederlands is niet altijd makkelijk, maar met deze tips kun je al een hoop veelvoorkomende fouten voorkomen. Door regelmatig te oefenen en je teksten (laten) controleren, wordt het steeds makkelijker. En weet je wat? Zelfs de beste schrijvers maken af en toe een fout.
Wil je zeker weten dat je tekst foutloos is? Laat je tekst dan door Goed Verwoord corrigeren of redigeren.